Tijdens onderzoek naar de biodiversiteit op scheepswrakken in de Nederlandse Noordzee, troffen biologen en amateuronderzoekers in totaal 293 verschillende soorten aan. Dit hoge getal is het resultaat van het vrijwilligersonderzoek dat Duik de Noordzee schoon sinds 2010 met sportduikers uitvoert en meerdere professionele onderzoeken die Bureau Waardenburg uitgevoerd heeft.

Onderzoek Bureau Waardenburg 2013

In 2013 heeft Bureau Waardenburg onder begeleiding van Stichting de Noordzee en in opdracht van Rijkswaterstaat en DGRW de biodiversiteit van 10 scheepswrakken onderzocht. De beroepsduikers van het onderzoeksbureau bekeken wrakken binnen 75 kilometer van de Nederlandse kust, met een ruime spreiding van zuid (voor de kust van zeeland) naar noord (boven de Waddeneilanden).

De resultaten zijn spectaculair. Uit het rapport over de studie blijkt dat op 10 wrakken in totaal 165 verschillende diersoorten zijn waargenomen. Hierbij waren vijf nieuwe soorten voor Nederland. Een totaal van 64 van deze soorten zijn nog nooit eerder waargenomen op wrakken op het NCP.

Het rapport geeft ook bijzondere inzichten in de ecologie van de individuele wrakken. Een wrak bevat gemiddeld 57 diersoorten. 65 van de 165 diersoorten, zijn slechts op één wrak waargenomen. Elk wrak bevat dus heel veel unieke soorten, tot wel 17 op de Tubantia. Hieruit blijkt dat de verschillende wrakken een eigen unieke levensgemeenschap herbergen.

Vrijwilligersonderzoek

Samen met Stichting ANEMOON en Stichting de Noordzee stimuleert Duik de Noordzee schoon haar vrijwilligers om ook waarnemingen van soorten te registreren. In dit project is inmiddels ook een grote hoeveelheid soorten waargenomen. Dit komt mede doordat er op veel verschillende wrakken van Zeeland tot aan de Doggersbank is gedoken. Hieruit blijkt dat vrijwilligersonderzoek ook van grote waarde kan zijn voor de kennis van scheepswrakken.

Het totale aantal soorten dat op Nederlandse wrakken is aangetroffen in verschillende professionele onderzoeken en vrijwilligerswaarnemingen komt hiermee op 293.