Een blog van Thomas Rammelt.

De eerste duik die om zes uur vanochtend gepland stond, gaat niet door. Veel te vroeg voor kapitein Pim die vannacht tot half drie heeft doorgevaren om op het Friese Front te kunnen komen. Dat betekent op deze tweede dag van Expeditie Noordzee dus uitslapen, tot acht uur. Na het ontbijt geven Vincent en ik een presentatie over waarom natuurgebieden als de Noordzeekustzone en het Friese Front moeten worden beschermd, wat beschermde gebieden opleveren, maar vooral over hoe bescherming in de praktijk werkt.

Natuurgebieden die niet voor vissers gesloten zijn, kunnen zich niet herstellen. Dus moet je gebieden sluiten. Dat klinkt simpel, maar in de werkelijkheid werkt dat niet zo eenvoudig. Want natuurorganisaties willen beschermen terwijl vissers willen doorvissen in de natuurgebieden. De discussie is veel levendiger dan ik op voorhand dacht. Want de duiken tijdens deze expeditie zijn vermoeiend. Ook is nog niet iedereen al ‘ingeslingerd’, wat wil zeggen dat nog niet alle magen bestand zijn tegen het op de golven rollen en deinen van het schip.

Er worden vragen gesteld over de stakeholdertrajecten en politieke processen die tot bescherming moeten leiden. En er is ook verbazing over het geringe aantal planten en dieren dat volgens Natura 2000 in zee beschermd moet worden. Eén van de conclusies van de aanwezige wrakduikers en biologen is dat de nu nog vaak kale en lege zand- en rifgebieden in de Noordzee, waar de biodiversiteit met behulp van Natura 2000 moet herstellen, niet zonder de pr kunnen van de scheepswrakken en andere biodiversiteitshotspots die de duikers bezoeken. Die laten een glimp zien van wat het weer kan worden met de Noordzee. De liefde voor de Noordzee gaat door de ogen.

De duik vanmiddag is op het ‘Friese Front-wrak’ en iedereen haast zich in zijn duikpak. De set duikflessen van één van de duikers valt met een harde klap op het dek waardoor een kraan verbuigt en hij deze duik moet overslaan. Noodgedwongen wordt hij de duikleider aan boord en ziet de andere duikers met lede ogen afdalen naar het scheepswrak dat 36 meter onder de zeespiegel ligt. Als niet duiker probeer ik mij ook een beetje nuttig te maken en noteer met Vincent de tijden waarop de duikers in en uit het water gaan. Ook halen we de kooi binnen waarmee de duikers druipend uit het water worden gehezen. Wanneer de eerste mensen weer boven water komen, blijkt dat het zicht onderwater vandaag minimaal was en ze weinig van het wrak hebben kunnen zien. Zelfs duikers zien het onderwaterleven van de Noordzee niet altijd in volle glorie…