Woensdagochtend, we zitten in het uiterste noorden van de Doggersbank. Recht boven wrak nummer 6069 om precies te zijn: een oud vissersscheepje met een dieselmotor dat op een prachtige diepte (27 meter) in het zand ligt. Perfect voor de biologen, die een broertje dood hebben aan heel diep en aan duiken met trimix. Diep betekent een stage met decogas meeslepen en korte bodemtijden maken: dan kunnen ze niet zo veel dieren vangen, foto’s maken, ontdekkingen doen. En dat vinden ze dus helemaal niks.

Wrak 6069 is dus op voorhand een droomduikplek voor de biologen. Maar vanmorgen bleven ze aan boord, met de pest in hun lijf. De koelkast in het biologenhok puilt helemaal uit en verder vinden we ook op andere plekken op de Cdt. Fourcault potjes, emmertjes en bakjes met ondefinieerbare monsters.

De biologen lopen hopeloos achter, ze vinden véél te veel tijdens hun duiken. De tientallen monsters moeten allemaal gedetermineerd en verwerkt worden. Ze krijgen een kaartje met de wetenschappelijke naam, een nummer en de vindplaats en een zachte dood in een zakje alcohol. Het is een gigantische klus.

,,We slaan een duik over’’, zei Arjan vanmorgen. ,,We moeten nu écht de achterstand wegwerken.’’ Als wij van een leuke duik terugkomen staat de lange eettafel vol met petrischaaltjes en hangt de leefruimte vol met vreemde luchten. Reindert krijgt op zijn falie als hij toch ook nog maar eens de bigbag overhoop haalt die voor op het dek staat, gevuld met losgesneden visnetten. Hij haalt er een paar mooie paardenmosselen uit en een drijver vol zeepokken. ,,Stop, stop daarmee: straks kunnen we vanmiddag ook niet duiken.’’

’s Middags springen ze toch weer met hun duikset overboord, voor een duik op opnieuw een onbekend wrak. Ze gaan helemaal los en komen boven met opnieuw een grote hoeveelheid potjes en zakjes. ’s Avonds zitten ze opnieuw tot diep in de nacht te werken.

Arme biologen! Ze gunnen zichzelf geen rust. ,,Overdrijven jullie nu niet een beetje?’’, vraagt kapitein Pim. Nog niet eens halverwege de expeditie zijn ze eigenlijk al klaar: ze zouden tachtig Noordzeesoorten meenemen voor Naturalis. En ze hoopten het succes van Expeditie Doggersbank 2011 – als het gaat om het vinden van voor Nederland nieuwe soorten te evenaren. Dat dat gaat lukken, lijkt inmiddels meer dan waarschijnlijk. ,,We kunnen naar huis’’, zeggen de biologen tegen de kapitein. Maar ze willen nog niet.

Annet van Aarsen