Als ware helden springen wij deze expeditie van boord de diepte in, niet met een cape op onze rug maar met duikflessen. Elke keer als ik na de sprong afdaal in de diepte van de Noordzee is het
weer genieten. De stilte aan het begin van de duik, de rust van het klotsende water en de bodem die langzaam zichtbaar wordt naarmate ik dieper afdaal. Aangekomen op het wrak laat ik mij
meevoeren door het ritme van de zee. De stroming beweegt mij langzaam over de wrakken die ik mag bezoeken. De ene keer zit het wrak vol met krab de andere keer vol vis of kreeft. Geen duik is
hetzelfde het blijft genieten onderwater. Eenmaal terug aan de oppervlakte leer ik elke keer weer bij van de biologen bij ons aan boord van het expeditieschip. Zo weet ik sinds vandaag wat een
kamster is en zo is het mij nu duidelijk hoe een kreeft blauw of rood / oranje word. Je raad het niet maar dit komt simpelweg door wat de kreeft eet, vis of schaaldieren.

Deze expeditie staat voornamelijk in het teken van de ramp met de MSC Zoë. Echter voelt dit toch een beetje scheef. Elk wrak waar we op duiken is een ramp op zich. Dit wrak was ooit een varende boot met een kapitein, een bemanning een familie. Allemaal stuk voor stuk rampen groot of klein die zich afspeelden op de Noordzee. Daarnaast zijn er nog “stille” rampen uit het verleden. Zo denk ik aan de dumpingen van munitie na de Tweede Wereldoorlog en dumping van
radioactief afval tussen 1958 en 1963. Deze rampen geven nog steeds hun signalen af. Maar ook aan de overboord geslagen container met scheermesjes welke over de gehele noordelijke kustwrakken te vinden zijn. Dan heb ik het niet over de zwaardschede, je weet wel de schelp van het strand, nee helaas heb ik het dan over de “Gilette” uitvoering van het scheermes. Overal steken ze uit het zand omhoog, blauw plastic dat voorlopig nog niet is vergaan en uiteindelijk in
de vorm van nano-plastic onderdeel gaat uitmaken van onze voedselketen of als onderdeel van een parel in een oester. Tijdens deze expeditie hadden we een bijzondere gast aan boord, Klaas Koch van het wrakduikschip de Zeester. Prachtig mens met dito verhalen over de Noordzee. Ik begrijp van Klaas dat de duikers van de Zeester al duizenden scheermesjes hebben geborgen. Daar vallen die tientallen die wij hebben geborgen bij in het niet. Maar goed alle beetjes helpen. Naast alle mooie verhalen grappig om te horen wat Klaas zijn favoriete muziek is: Metallica!, en dan vooral Nothing else matters. “De Noordzee en niets anders doet ertoe” legt hij mij uit met Gronings accent. Mooi om te horen dat ook de Zeester zo actief betrokken is bij een gezonde Noordzee. Zo word onze Noordzee steeds een stukje schoner. De parel word steeds meer gepoetst en gepolijst.

Naast Klaas, de biologen, beroepsduiker, bemanning, supportduikers, mensen van Stichting de Noordzee en crew van het schip zijn er ook mensen mee van het Wereld Natuur Fonds ( WNF ). Als kind was ik daar al groot fan van en sleurde ik mijn pandabeer overal mee naar toe. Nadat ik na mijn duik vol verhalen en enthousiast boven water kwam zag ik Stephanie van het WNF bezig met het opnemen van een blog. Echter kon ik het niet aanzien dat ze geen redvest aan had in dit toch wel ruige zeeweer. Ik pakte er eentje voor haar en zo gebeurde het dat ik in ene deel uitmaakte van de blog van het WNF, mijn pandabeer thuis zal trots op mij zijn. Terwijl ik samen met Brenda en Stephanie de blog verder opneem kom ik steeds meer te weten over het oesterproject en de lange termijn doelstellingen van het WNF. Hard substraat terug op de Noordzee in de vorm van oesterbanken. Hoe mooi zou het zijn als er straks op die oesterbanken weer haaien, tonijn en roggen zwemmen. Hoe gaaf zou het zijn als ik dan over 20 of 30 jaar hier zou duiken met mijn kinderen en wie weet vinden we dan nog wel een pareltje.

Rogier Visser