Op dinsdagavond 8 juli om 23.00 uur vertrekken we voor de 26ste expeditie richting het westelijke deel van de Noordzee. Na een nacht varen liggen we rond 06.00 uur boven het wrak van de Arcola. Wanneer schipper Frank Loonstra nog een klein klapje achteruit geeft, blijft de Tender plotseling stil liggen.
Wanneer Frank vervolgens meldt dat zijn schroef eraf is gevallen, denkt iedereen eerst dat het weer een van zijn bekende grappen is. Maar na een duikinspectie blijkt het helaas echt waar: de schroef is losgeraakt en hangt nog net vast tussen de schroefas en het roer.
Op de boegschroef weten we nog zo’n drie uur richting Den Oever te varen, maar al snel raakt die oververhit. Gelukkig kunnen we een vissersschip oproepen dat – tegen een vergoeding – bereid is ons naar de rede van Den Helder te slepen. Daar neemt een kleine, maar krachtige sleepboot het over en zet ons netjes af naast de scheepswerf in Den Oever.
Na het diner vertrekken enkele duikers alvast naar huis, maar de meesten blijven. We bellen wat bevriende duikscheepseigenaren om te kijken of we de komende dagen toch nog kunnen duiken. En dat lukt! Met zeven duikers mogen we drie dagen mee met de Murene, waar we vijf schoonmaakduiken uitvoeren. De opbrengst is mooi: flink wat netten, lood en ander afval.
Op vrijdag gaan vier duikers mee met de Red Rover voor een aantal inventarisatieduiken op wrakken boven Den Helder. Daar blijkt nog aardig wat visnetten te liggen, materiaal dat we in een toekomstige schoonmaakexpeditie zeker willen verwijderen.
Gelukkig kan de schroef van de Tender al op zaterdag worden gerepareerd, waardoor expeditie 27 – naar de wrakken boven de Wadden – gewoon door kan gaan zoals gepland.
Wordt vervolgd!
Ben Stiefelhagen, expeditieleider.