Zaterdagavond, 8 juli aan boord van de Tender 1. Het is een gezellige drukte. De 15 expeditieleden lopen op en onder het dek langs elkaar om hun kooi te zoeken en hun duikspullen een plaats te geven. Alles controleren en goed vastzetten. De weersverwachting voorspelt een onrustige week. Er wordt harde wind en flinke golven verwacht rond dinsdag of woensdag maar de windrichting is nog onduidelijk. De ene voorspelling zegt zuidoost, de andere zuidwest. Ben, Frank en ik bespreken allerlei scenario’s. Zo snel mogelijk naar de Doggersbank zolang het weer goed blijft, en daarna naar de Deense kust als de wind zuidoost wordt, anders vluchten we naar Helgoland. We kunnen ook op de Doggersbank blijven oppert Frank, zijn voorspelling laat zien dat daar de golven juist het minst hoog zijn. De vrees voor toenemende wind stuurt alle gemaakte plannen in de war. We besluiten om eerst west te varen naar de U97. Dat is een bijzonder wrak om te duiken roept Ben, dat vindt iedereen leuk. Het is wel een flink eind varen en het is maar de vraag of we daar met kentering op tijd kunnen zijn.

De hele nacht vaart de Tender door naar de opgegeven coördinaten. In mijn kooi slaap ik een beetje half wakker op het ritme van de golven en het stampen van de dieselmotor. De volgende ochtend blijkt dat we veel eerder op bestemming zijn dan verwacht. We kunnen pas om 12:00 duiken maar zijn er al om 09:00. Drie uur wachten vindt Ben zonde van de tijd, dus wordt het plan weer aangepast en varen we door richting Ocean Prince, het boorplatform wat in 1968 tijdens een zware storm ten onder ging. Frank moppert wat dat hij dan een flinke omweg heeft gevaren en beter direct naar de Ocean Prince had kunnen varen, maar ja, het is zoals het is. De Ocean Prince ligt tegen de Doggersbank aan en in dat gebied kunnen we met doodtij op elk gewenst moment duiken omdat de stroom niet boven de halve knoop uitkomt.

We duiken om 17:00. Ik ga samen met Ben als eerste buddypaar naar beneden om de shotlijn vast te maken. Het is altijd een leuke klus want wij verkennen het wrak en bepalen de route. Bovendien hebben de eerste duikers het beste zicht. Het zicht op de Ocean Prince is geweldig goed. Het water heeft een heldere, blauwe tint, net als in de Middellandse zee en heel anders dan het groene, donkere water dichter bij de kust.

De volgende bestemming is de NL307, een naamloos wrak wat tegen de Nederlandse grens aanligt. In een eerdere expeditie doken we hier met biologen die enorm opgewonden boven kwamen omdat ze een nieuwe naaktslak voor de Nederlandse soortenlijst hadden ontdekt. Ik zie nog hun teleurgestelde gezichten toen ik ze vertelde dat het wrak nog net in het Engelse deel lag. Op Nederlandse bodem is deze soort (Cripora papillata) nog niet waargenomen. Een ‘Deja vu’ van onze Expeditie Doggersbank in 2011.

Op dinsdagochtend duiken we op de Jeanette Kristina. Voor oudgediende expeditieleden roept dat bijzondere herinneringen op. Dit was het meest spectaculaire wrak tijdens onze eerste Doggersbank expeditie in 2011. In die tijd waren we nog niet zo bedreven in de tochtplanning. We hadden nog niet veel betrouwbare wrakposities verzameld en bovendien was de sonarapparatuur aan boord van de Cdt Fourcault heel beperkt. Alleen als het schip recht over het wrak voer kregen we een echo op het scherm. Geen sidescansonar dus. We hadden toen veel duiken moeten laten schieten omdat we geen wrak konden vinden, tot grote frustratie van de tochtplanner en overige expeditieleden. Maar de Jeanette Kristina hadden we toen wel gevonden en bleek een enorm mooi en fotogeniek wrak. Klaudie, Udo en Cor hebben er geweldig mooie opnamen gemaakt. In latere Doggersbank expedities stond Jeanette Kristina altijd in het duikplan en stelde nooit teleur. Hier hebben we Zeewolf, Zeeduivel en een Octopus gezien. Stuk voor stuk heel bijzondere waarnemingen voor Nederlands water.

Nu ik weer op het wrak duik is duidelijk hoe erg het wrak inmiddels vervallen is. Het is niet meer als schip herkenbaar. Losse onderdelen zijn over de zeebodem verspreid. Het water is nog steeds erg helder dus we hebben goed overzicht over het wraklandschap. We hebben werk te doen. Bij vorige bezoeken zijn veel grote ballastloodblokken gevonden. Die gaan we bergen zodat ze de zee niet langer vervuilen. Ook achtergebleven netten worden geborgen. Net als 12 jaar geleden zie ik grote scholen jonge kabeljauwen rondzwemmen. Een prachtig gezicht.

We houden het weerbericht goed in de gaten. Er wordt nog steeds flinke wind verwacht en we besluiten naar het zuidoosten te varen, richting de kust boven de Waddeneilanden. We maken nog een paar mooie duiken op wrakken waar we al eens eerder gedoken hebben en bergen grote hoeveelheden net. Het zicht is goed maar haalt het niet bij de Doggersbank. De toenemende wind dwingt ons te schuilen in de haven van het Duitse eiland Borkum.

Daar mogen we aan wal, ook wel weer leuk voor de afwisseling. Borkum is een toeristeneiland met veel strand en uitgaansgelegenheden. Ook zien we veel zeehonden op de zandbanken liggen. We maken diverse plannen om de duikexpeditie voort te zetten maar ons plan wordt nu eenmaal door het weer en vooral de golfhoogte bepaald. Nu, donderdagmiddag liggen we nog steeds op Borkum en hopen tegen de avond weer verder te kunnen varen.

Sinds 2011 ben ik elk jaar van de partij geweest. Het is mooi om te zien dat Stichting Duik de Noordzee Schoon nog springlevend is en ook steeds weer nieuwe enthousiaste duikers weet aan te trekken. Dat is vooral te danken aan de inspanning van Ben en Klaudie die onvermoeid de doelstellingen scherp houden, fondsen weten te werven en een groot deel van de organisatie op hun schouders nemen. Ben springt nog steeds als eerste overboord om de shotlijn vast te maken. Stroom of leeftijd zal hem niet tegenhouden. Daar kunnen we allemaal een voorbeeld aan nemen.

Harold Batteram