Een blog van Floor Driessen

Donderdag 21 juni, mijn wekker ‘Martijn’ gaat om 06:25. Twee minuten later komt hij terug: De duik is gecanceld in verband met het weer, we zullen ontbijten om 08:00 in plaats van 06:30. Terwijl hij het me zegt, opent hij het patrijspoortklepje, een enthousiaste ‘Woow!’ volgt. Ik draai me nog een keertje om, want het waterbed in mijn kooi was vannacht wel heel erg vloeibaar. De langste dag van het jaar start met een moeizaam ontbijt; ik zie meer mensen worstelen met het monduitdrogende effect van de zeeziekte-pleisters achter hun oor. Ik neem mijn theetje mee naar buiten en begrijp de beslissing niet te gaan duiken. ‘Windkracht 6 – 7, met uitschieters van 8, zeker in de middag’, weet Harold me te vertellen. Nog een tandje extra en de wrakken zouden boven de golfdalen uitsteken. Er komt een klein vissersscheepje voorbij die de andere kant op vaart, tegen de golven in. We hopen maar dat hij de overkant haalt. Het ziet er in ieder geval spectaculair uit en iedereen maakt dezelfde wrakkengrap over het arme schuitje. Ondertussen varen wij terug naar het zuiden, zo lang mogelijk langs de kust, om enigszins in de luwte te blijven. De ingestelde koers brengt ons naar de volgende duiklocatie, maar iedereen weet dat ons vandaag een rustdagje te wachten staat. De muur van golven zoals we die op het achterdek zien, komt met ons mee. Ik ben de hele dag buiten geweest. Een aantal mensen heb ik enkel tijdens de maaltijden gezien – zo’n rustdag blijkt dan ineens zo overbodig niet -. Ik koos voor de frisse lucht en daarmee ook voor het mooie landschap van eindeloze zee, met de voorzomerzon op de kliffen naast ons. Regelmatig vliegen sierlijke Jan van Genten over en kleine groepjes zeekoeten langs. Soms verdwijnen ze een tijdje achter de witte schuimkoppen.

Wat een verschil met afgelopen dagen… De Noordzee blijft een magisch oord. Het begin van de expeditie leek plaats te vinden op een beschut meer en momenteel bevinden we ons in een king crab fishing scene. Het is bijzonder om met eigen ogen de verschillende overgangen mee te maken. De oversteek van de Noordzee zó bewust te ervaren. De verandering in temperatuur, wind en golven, maar ook de veranderingen onder water. Er was een duidelijk hogere biodiversiteit en andere soorten aanwezig op de wrakken langs de Engelse kust. Ik heb o.a. mijn eigen zeenaaktslakkenrecord verbroken: met Udo vond ik wel 16 soorten in 1 duik.

Op het moment dat we geroepen worden voor de fotopresentatie van fotografen Udo & Cor zie ik een vermoeide Alk boven het expeditieschip cirkelen. Hij landt op het helikopterdek dus ik ren naar mijn telelens: Voor mij een nieuwe soort, al zullen mijn vogelecoloog-collega’s bij Bureau Waardenburg me uitlachen. Hij zit er nog als ik terugkom, dus ik spreid me uit over de trap: Mijn ellebogen rusten op het helidek, mijn voeten haak ik aan de traptreden, om niet meegezogen te worden met de diepte van de golf. Een snijdende wind vindt mijn gezicht. Ik voel me alsof ik de zee trotseer en heb na anderhalf uur inmiddels 400 plaatjes geschoten. Ik weet nu, het is een erg ijdel beestje en al z’n veertjes zijn weer schoon.

De rest van de dag zit ik in een tuinstoel op het dek, af en toe vind er een flinke verschuiving van spullen plaats. Met mijn ogen dicht ben ik terug bij afgelopen dagen: Het was een vreemd gevoel om tijdens een DDNZS expeditie een aantal dagen achtereen land te zien. Het is inmiddels de 6e keer dat ik mee ben, en normaliter zien we tien dagen niets dan heel veel water, containerschepen en olieplatforms. Spectaculair waren de Farnes. We gingen daar op subexpeditie; met de zodiac voeren we naar de achterkant van de rotsformaties, waar honderden zeekoeten zaten te beppen, aalscholvers lagen te broeden en kleinere groepjes papegaaiduikers met vis in hun bek voorbij vlogen. Het geluid en de geur zal me nog lang bij blijven.

De grote oversteek is inmiddels begonnen. Ik zit naast Oscar en we zien de volledige inboedel naar ons toe schuiven. De bank waar ik op zit schuift een halve meter onder de tafel en als ik door het patrijspoortje kijk, zie ik onder water. We krijgen te horen dat we naar huis varen. Gek is het niet, jammer wel. Toch heb ik weer erg genoten van al het leven in het engelse onderwater en wederom een aantal nieuwe soorten -voor mezelf- kunnen scoren!

Floor