Een blog van Wouter Mennen

Ik ga als eerste te water samen met `buddy-Ben`. We zijn deze expeditie nog onafscheidelijk geweest tijdens de duiken welke zijn gemaakt. Ik kan de oranje ankerlijn volgen naar beneden door het donkere maar heldere water. Het is hier koud! Bij iedere duik van de afgelopen dagen is de watertemperatuur een graad gedaald, maar de nieuwsgierigheid naar alles wat we onder water aantreffen houdt me warm.

Op het wrak van het stoomschip Somali aangekomen, op ongeveer 5 zeemijlen onder de Farne Eilandengroep, word ik welkom geheten door een aantal kabeljauwen. Hun rollende ogen kijken me aan en lijken me uit te nodigen voor een ´guided-tour´ door hun koninkrijk. We houden vaak onze lampen uit, wanneer de omstandigheden dit toelaten, om de vissen niet te verjagen tijden onze werkzaamheden als eerste buddypaar. Dit zijn kleine kabeljauwen welke zeker niet de grootte hebben welke ze kunnen bereiken. De kans is echter aanwezig dat deze al voortijdig in de fish-and-chips belanden gezien het kunstaas dat we ook hier aantreffen. Enigszins bang voor rancune richting onze soort trekken Ben en ik liever ons eigen plan en we zetten de ankerlijn vast op een stevig wrakdeel en beginnen de gidslijnen uit te leggen welke de duikers die ons na komen kunnen volgen over het wrak. Het valt me gelijk op dat alles aan dit wrak groot is. Dit moet een trots schip zijn geweest voordat een Duits vliegtuig ten tijde van de Tweede Wereldoorlog een bom op haar dek wierp en haar, niet geheel vrijwillig, op deze pittoreske plek naar de kelder stuurde. In de eerste minuten van onze ontdekkingstocht stuiten we gelijk op een aantal zeer grote stoomketels van een formaat dat ik in mijn herinnering nog niet eerder heb gezien. Dit is wrakduiken zoals wrakduiken zijn moet! De machines steken bijna 7 meter boven de overige wrakdelen uit en de grote nokkenas ligt op de bodem te rusten na jaren van hard werken.

Deze wrakdelen herbergen nu veel leven. Overal verstopplekjes en schuilplaatsen voor vissen, kreeften, krabben en allerlei leven waarvan de biologen ongetwijfeld zullen smullen. Het plaatmateriaal ligt nu op de bodem en ik probeer me voor te stellen hoeveel werk ooit is verzet om al dit plaatmateriaal aan elkaar te bevestigen met de klinknagels welke veeltallig aanwezig zijn. De grote H-balken waarop dit plaatmateriaal is bevestigd ligt nu kris-kras door elkaar als ware het een spelletje mikado. Vele stoere mannen hebben ooit hun bloed, zweet en tranen gegeven om dit bouwwerk tot een drijvend geheel te maken. Een wrak geeft me soms het gevoel van verspilde grondstoffen en manuren, maar ik koester me met de gedachte dat hun bloed en zweet niet geheel voor niets geweest. De wrakdelen vormen hier nu een mooi rif van geschiedenis en inmiddels overwoekerd met leven. Ik kan me de tranen en het leed welke ieder wrak met zich meebrengt echter ook goed voorstellen. Het tegenkomen van gebruiksvoorwerpen, zoals de borden en het bestek welke we aantreffen, doen je beseffen dat dit ooit de habitat is geweest van het menselijke soort.

Terwijl ik hierover nadenk valt mijn blik opnieuw op een groep vissen. Ik zie dat het een mengeling is van verschillende soorten. Was dat nou die kabeljauw welke ik aan het begin van onze duik heb gezien? Is dat een lipvis met zijn veelheid aan kleuren? Zie ik daar in de verte een leng voorbij schieten of was het nou een zeebaars? Dit is niet te filmen…! Alhoewel…, ik zie Peter van Rodijnen aankomen met zijn grote camera. Wanneer ik hem zie opdoemen lijkt het alsof er een ruimtevaartuig aan komt zweven. Een tweetal lampen gemonteerd op lange armen verlichten de landingsplaats op deze pas ontdekte planeet. Langzaam beweegt hij zich voort richting een positie welke aan alle voorwaarden voldoet. Scherpe delen? -> nee. Stevige bodem? -> ja. Leven? -> absoluut! Even moet ik denken aan een misplaatste grap welke ik gisteravond maakte na het avondeten toen werd verteld over een filmscript van `The Marsian`. Het ging, kort gezegd, over iemand die was achtergelaten op de planeet Mars en daar alleen moest zien te overleven. Is het echt gebeurd?  Vroeg ik.. Nu kan ik je vertellen! Hier onder water gebeurd het echt!

Wanneer ik een ruimtesonde zie aankomen welke nog meer licht brengt in deze duisternis besluit ik om terug te keren naar onze mooie planeet aarde. Een planeet om zuinig op te zijn. Ben heeft hetzelfde idee zie ik. Na ruim 40 minuten op de bodem wordt het tijd om de opstijging te aanvaarden. De duimen gaan omhoog en ik voel op dat moment pas dat de koude zo onderhand toch tot in mijn botten is doorgedrongen. Even opwarmen aan boord van de Cdt. Fourcault en dan vanmiddag de Farne Islands! Ik ben nieuwsgierig…