Mijn tweede expeditie: vorig jaar de Doggerbank, een groot schip, een vaste duikgroep, en vrijwel alle dagen duiken. Dit jaar benoorden de Wadden, 2 kleinere schepen, een wisselende groep van duikers (niet iedereen kan de hele periode) en tot nu toe voor mijzelf: 2 dagen gedoken op de Noordzee, 1 dag in “Het Gat van Joure” door golven buitengaats, en 2 dagen andere nuttige zaken, zoals een clean up van de Haven van Lauwersoog (schoner dan ik dacht) en bezoek aan mijn moeder die vlakbij Groningen woont (altijd blij als ik langskom); Is dat “weinig duiken”? Ik denk het niet…

Het gebied boven de Wadden wordt al duizenden jaren bevaren. Immers: een land zonder wegen is lastig begaanbaar, en heb je een boot, dan ga je stukken sneller, waarbij je nog wat mee kunt nemen ook. In een delta als Nederland, waar land en water om ruimte vechten, moeten er boten zijn geweest, zolang als er mensen hebben gewoond of doorheen zijn getrokken. Misschien dan ook niet zo heel verbazingwekkend dat de alleroudste boot ter wereld (!) hier niet al te ver vandaan gevonden is: in Pesse, vlakbij Hoogeveen; een kano van 8760 jaar oud: twee keer ouder dan de piramiden, en zo te zien in het plaatselijk museum voor eenieder die dat leuk vindt, en heel wat dichterbij dan Cairo (ook nog eens een rood gebied) – misschien een tip voor deze Corona tijden?

Al die duizenden jaren varen hebben heel wat wrakken en ellende opgeleverd: maar ook voedsel, partners (in liefde en in strijd), rijkdom en verhalen. Allemaal tochten die hun oorsprong vinden in noodzaak of verlangen. De wrakken van de Noordzee als stille getuigen van een rijke historie. Of toch niet zo heel erg stil? Is het wel rustig onder water? Knorrende, hijgende en piepende vissen, jawel – die zijn er, tegen een achtergrond van scheepvaart en bonkende golven. Hoorbaar voor eenieder die dat horen wil, en binnenkort ook voor ons: Later deze week zullen we een hydrofoon plaatsen voor Xandra van der Eijk en haar kustproject rond Noordzee en onderwatergeluid. Dan kan iedereen horen dat een wrak geen “stille getuige is van een vergaan verleden”, maar eerder associaties zal oproepen met een levendige Albert Cuyp, op een drukke zaterdag.

De duiken tot nu toe waren een bijzondere ervaring: een onbekend wrak van een stoomschip met ketels van ruim 4 meter hoog; een in WOII gezonken schip met groot kanon, en twee kustvaarders die in de 60-er jaren zijn vergaan, met grote scholen steenbolk en blauwe kreeften. Zelfs het Gat van Joure was een ervaring, al was het water dikke thee, het zicht 2 meter, en aardedonker.

Voor mij is deelname aan deze expeditie vooral een avontuur en zoektocht naar verhalen, over een zee die grauw en grijs is aan het oppervlak en schijnbaar stil daaronder, met aan de randen grauwe havens en de geur van diesel en rotte vis. Maar voor hen die dat weten en zien heel rijk is: aan leven, aan geluiden, aan verhalen en ervaringen, waardoor zelfs de geur van diesel met rotte vis verleidelijk wordt, door associatie met dierbare herinneringen: een duik, een reis, een wandeling door de haven.

5 dagen tot nu toe, 2 dagen gedoken: Is dat wat weinig? Ik denk het niet. Moet dat veel meer: ik denk het wel. Nog 4 dagen te gaan.

Tammo Bult