De expeditie is in volle gang. De omstandigheden om te duiken zijn tot nu toe goed en we bevinden ons inmiddels in Duits water boven de wadden op onze weg naar Helgoland. Er zijn al goede resultaten geboekt welke zich laten zien en ruiken op het voorschip in de vorm van oude visnetten en plastic-afval dat is verzameld in grote bigbags.

In de stuurhut kijk ik mee op een monitor waarop een weergave van de bodemstructuur wordt geprojecteerd met de technieken van een sidescan sonar. Gedurende ruim een uur worden op verschillende locaties wrakken en wrakdelen bekeken door kapitein Frank, navigator Harold, expeditieleider Ben en ikke terwijl de zon ondergaat en de schemering langzaam overgaat naar donker. Het interpreteren van de beelden vergt oefening en vaardigheid, maar ook zeker wat fantasie. Wanneer de fantasie de vrije loop krijgt prikkelt dit bij mij de geest en het verlangen om te ontdekken wat er onder deze golven is te vinden. Fantasie maakt ook dat mensen tot elkaar komen en dit verbindt. De interpretatie van licht en schaduw op een monitor in 2D maakt ook duidelijk dat de duiding van een “mooi wrak” bij Frank anders ligt dan bij Ben. Visserman Frank ziet en zoekt naar grote scholen vis welke zich, volgens zijn interpretatie, boven de wrakdelen bevinden. Vanuit de vormpjes en stipjes voorzien van enkele kleuren denkt hij zelfs de soorten vis te kunnen aflezen. Ben kijkt met de ogen van een wrakduiker naar de grove structuren. Hoe diep, hoe groot en hoe ver steken de delen uit het zand? Vanuit deze tegenstelling in beleving worden er soms wat stekende grappen gemaakt en ondertussen ook boeiende verhalen verteld over de belevenissen welke de voorgaande expedities ons hebben gebracht. “As je moch kieze, wat hej je dan liever? Longe of Kieuwe?”, vraagt Frank aan Ben. Tot mijn verbazing zie ik Ben echt even nadenken over het antwoord dat hij Frank gaat geven. Ik probeer voor mezelf ook een keuze te maken. Ik ben blij met een gezond stel longen dat mij in staat stelt deze passie te kunnen uitvoeren, maar kieuwen…? De onderwaterwereld doet me vaak versteld staan. Niet alleen van alle door de mens gecreëerde troep die is achtergelaten, maar ook vooral de schoonheid welke het water kan herbergen onder de golven. Ook wanneer je bekijkt hoeveel moeite het kost en de zware apparatuur welke wij nodig hebben om slechts een uurtje van de onderwaterpracht te kunnen genieten. Een paar kieuwen zal toch ook best wel praktisch zijn…

“Vleugels”, zegt Ben. “Wanneer ik mocht kiezen, koos ik voor vleugels!” en zijn keuze lijkt hiermee definitief bevestigd. “Het lijkt me heerlijk om te kunnen vliegen als een vogel”, voegt hij er nog aan toe. We varen rustig over het wrak van de Stadt Riga. Het wrak laat nog wat grove structuren zien en vormt hiermee een zeer goede kanshebber voor de duik van de volgende ochtend. Dit zijn de restanten van een vrachtschip op stoom dat begin 20e eeuw is gebouwd en in de Tweede Wereldoorlog is overgenomen door nazi-Duitsland. In de laatste maanden van 1944 werd ze op deze locatie echter gespot door een Brits vliegtuig dat haar, volgens de analen, heeft gebombardeerd en getorpedeerd. De geallieerde vliegtuigen heersten over het luchtruim in deze laatste maanden van de oorlog. De resultaten zien wij hier op ruim 30 meter diepte liggen afgebeeld in vormen en kleuren. “Er lijk wel een vliegtuigie bij te legge”, zegt Frank. “Kijk, dit lijke wel vleugels enne staart”. De keuze voor de volgende dag lijkt te zijn gemaakt.

Met een gezonde dosis spanning wat deze duik ons weer gaat opleveren zijn we onszelf de volgende dag aan het voorbereiden op de duik die komen gaat. De uitrusting wordt in orde gemaakt, gecheckt en alles wordt netjes op zijn plaats gehangen. We vullen onze longen met deze heerlijke zeelucht en proberen voor onszelf nog een moment van rust te vinden voor we het water in gaan. “Hé kijk eens! Is dat een Jan van Gent?”, hoor ik Klaudie zeggen terwijl ze naar de lucht wijst. In al haar perfectie komt ze vanuit de zon opdoemen en lijkt ze een aanval uit te gaan voeren terwijl ze over de golven scheert. Ze lijkt zich in stelling te brengen om een torpedo af te gaan werpen. Haar ranke lichaam wordt gedragen door grote gestroomlijnde vleugels welke haar vanuit de lucht laten heersen over deze wateren. Maar ook onder water doen deze vleugels hun dienst. Deze vogels kunnen tot wel 30 meter diepte duiken en op jacht gaan naar een prooi. Met deze vleugels kan ook worden gezwommen en ik durf te wedden dat ze de Stadt Riga al heeft verkend. Een mooie vogel die ook nog eens kan duiken!

Ben springt als eerste te water en laat zich afzakken langs de ankerlijn. Ik spring deze duik in de tweede ploeg met buddy Rienk. De filmploeg, bestaande uit Klaudie en Peter, zal ons beide vandaag gaan volgen tijdens deze duik. We komen aan bij de twee grote ketels en de bodem eromheen ligt bezaait met grote brokken steenkool welke dit schip ooit van de energie hebben voorzien om de zeeën te doorkruisen. Sterke mannen met gespierde armen als waren ze van staal hebben zich hier ooit flink in het zweet moeten werken. Terwijl mijn fantasie hoe het er hier ooit moet hebben uitgezien bijna op hol slaat, valt mijn oog al snel op een fuik die zich onder deze ketel heeft vastgezet en dit haalt me gelijk terug naar de realiteit van het moment. In deze fuik bevinden zich een zeer grote kreeft en een tiental Noordzee-krabben. Het is verloren vistuig welke waarschijnlijk al jaren geleden is verspild. Deze kreeftenfuiken doen echter nog steeds hun werk en wanneer we dit laten liggen zal het nog veel dierenleed gaan en blijven veroorzaken. Ik trek de fuik met een paar flinke rukken los en zie vervolgens dat er een flink touw doorloopt van deze fuik tot…, zo ver het zicht rijkt. Na enige communicatie met wat handsignalen sein ik mijn buddy in dat ik de lijn zal volgen om te kijken waar deze heen gaat en vanuit de ambitie om toch zoveel mogelijk van deze kunststof touwen mee te kunnen nemen naar de oppervlakte. Ik trek mij voort, verder-en-verder, terwijl ik het touw hier-en-daar losmaak van wrakdelen. Er lijkt geen einde aan te komen tot het moment dat een tweede fuik opdoemt. Hierin zit ook een kreeft gevangen samen met een flink aantal krabben. Ook deze wil ik niet laten liggen. Keuzes, twijfels, en afwegen.. De filmers die ons volgden hebben inmiddels al door dat ons nog een belangrijke klus te wachten staat en laten ons maar onze gang gaan. Bij mij slaat op dit moment echter ook de twijfel toe. Kunnen we deze klus in deze ene duik klaren? Het is altijd een afweging tussen risico’s, ambitie, tijd, kunnen en (on)mogelijkheden. Even checken; duiktijd 16 minuten, flesdruk 160 bar, diepte 32 meter. Het zou moeten-kunnen-lukken… Na flink wat tijd en een flinke inspanning tussen de brokken steenkool en de ketels weten we het geheel uiteindelijk met behulp van hefballonnen naar boven te schieten. Met een gevoel van opluchting maar ook zeker een stuk trots zie ik de fuiken beide naar boven uit mijn gezichtsveld verdwijnen. Nog even goed opletten dat de lange touwen en lijnen niet blijven haken aan mij, mijn buddy of wrakdelen. Met een voldaan gevoel sein ik mijn buddy ook naar boven te willen gaan. Genoeg gedaan deze duik, denk ik, terwijl ik de ankerlijn opzoek. Na de nodige decompressie-stops kom ik aan de oppervlakte en kijk in de lucht. Gulzig adem ik mijn longen een paar keer goed vol met een teug verse zeelucht. Ik zie een vogel hoog boven ons rondcirkelen en op ons neerkijken. Ze lijkt te wijzen en te schaterlachen… Whaaaahahahahahaha…

Gelukkig was het was maar een eenvoudige Zeemeeuw. Die kunnen lekker niet duiken…

Wouter Mennen